Emissies van supermarkten

Broeikasgassen spelen een belangrijke rol bij klimaatverandering. Bij supermarkten komt een belangrijk deel van de uitstoot van de totale CO2-equivalenten uit de toeleveringsketens. Voor het verminderen van deze uitstoot werken supermarkten samen met hun toeleveranciers. Een aantal supermarkten heeft reductiedoelstellingen opgesteld en deze laten valideren door het Science Based Tagets initiative(externe link).

Broeikasgasemissies alle producten

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

1 Albert Heijn België is meegenomen in deze cijfers, U kunt hier de historische gegevens voor Albert Heijn bekijken
2 ALDI heeft de vereiste scope 3 categorie 3.9 niet opgenomen in de berekening (zie hoofdtekst voor de toelichting bij de berekeningsmethodieken). De data van 2024 is niet een-op-een vergelijkbaar met de data van de jaren daarvoor doordat de berekeningsmethodiek voor scope 3 is gewijzigd: voor 2024 is de data berekend op basis van de inkoopdata in plaats van verkoopdata zoals in de jaren hiervoor. U kunt hier de historische gegevens voor ALDI bekijken
3 Het getal is inclusief hoofdkantoor en distributiecentrum van Boon Food Group
4 Jumbo België is meegenomen in deze cijfers. Voor de scope 3 emissie categorieën heeft Jumbo naast de vereiste scope 3 categorieën (3.1, 3.4, 3.9, 3.11, 3.12) ook nog aanvullende categorieën (3.2, 3.3, 3.5, 3.6, 3.7, 3.14) opgenomen in de berekening (zie hoofdtekst voor de toelichting bij de berekeningsmethodieken), U kunt hier de historische gegevens voorJumbo bekijken
5 De gegevens zijn op basis van gebroken boekjaar maart tot en met februari, in plaats van het boekjaar vanaf januari tot en met december zoals bij de andere supermarkten
6 Picnic heeft naast de vereiste scope 3 categorieën (3.1, 3.4, 3.9, 3.11, 3.12) ook nog aanvullende categorieën (3.2, 3.3, 3.5, 3.6, 3.7) opgenomen in de berekening (zie hoofdtekst voor de toelichting bij de berekeningsmethodieken)
7 PLUS heeft de vereiste scope 3 categorie 3.11 niet opgenomen in de berekening (zie hoofdtekst voor de toelichting bij de berekeningsmethodieken). U kunt hier de historische gegevens voor PLUS bekijken

Broeikasgasemissies alle huismerkproducten

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

1 Albert Heijn België is meegenomen in deze cijfers, U kunt hier de historische gegevens voor Albert Heijn bekijken
2 ALDI heeft de vereiste scope 3 categorie 3.9 niet opgenomen in de berekening (zie hoofdtekst voor de toelichting bij de berekeningsmethodieken). Het getal voor huismerken is berekend op basis van het gerapporteerde aandeel Eigen Merk in assortiment (93%). De data van 2024 is niet een-op-een vergelijkbaar met de data van de jaren daarvoor doordat de berekeningsmethodiek voor scope 3 is gewijzigd: voor 2024 is de data berekend op basis van de inkoopdata in plaats van verkoopdata zoals in de jaren hiervoor
3 Dit betreft alleen scope 3 emissies. Voor huismerkproducten is een schatting gemaakt op basis van volumeaandeel inkoop eigenmerk DekaMarkt (excl. Superunie huismerkproducten)
4 De gegevens zijn op basis van gebroken boekjaar maart tot en met februari, in plaats van het boekjaar vanaf januari tot en met december zoals bij de andere supermarkten
5 Picnic heeft naast de vereiste scope 3 categorieën (3.1, 3.4, 3.9, 3.11, 3.12) ook nog aanvullende categorieën (3.2, 3.3, 3.5, 3.6, 3.7) opgenomen in de berekening (zie hoofdtekst voor de toelichting bij de berekeningsmethodieken). De relatief sterke daling van de scope 3-intensiteitsmaat (kton/mln euro netto-omzet) is, naast de genomen reductiemaatregelen, mede het gevolg van een stijging in de netto-omzet

Doelstellingen Scope 1, 2 en 3 emissies

Supermarkt Tussentijdse reductiedoelstelling Basisjaar Voortgang Netto nul doelstelling SBTi validatie
Albert Heijn
scope 1, 2
50% in 2030 2018 89,6% 2040 Ja
Albert Heijn
scope 3
45% in 2030 2018 17,3% 2050 Ja
ALDI
scope 1, 2
55% in 2030 2020 39,0% Ja
ALDI
scope 3
Ja
Boon
scope 1, 2
50% in 2030 2023 2050 Nee
Boon
scope 3
2050 Nee
DekaMarkt
scope 1, 2
DekaMarkt
scope 3
Dirk
scope 1, 2
Dirk
scope 3
Ekoplaza
scope 1, 2
Ekoplaza
scope 3
Hoogvliet
scope 1, 2
Hoogvliet
scope 3
Jumbo
scope 1, 2
85% in 2030 2022 25,0% 2040 Nee
Jumbo
scope 3
50% in 2030 2022 8,0% 2050 Nee
Lidl
scope 1, 2
52% in 2030 2019 14,07% 2050 Ja
Lidl1
scope 3
42,4% in 2034 2022 4,58% Ja
Nettorama
scope 1, 2
Nettorama
scope 3
Odin
scope 1, 2
Odin
scope 3
Picnic2
scope 1, 2
42% in 2030 2023 32,0% Nee
Picnic3
scope 3
42% in 2030 2023 18,0% Nee
PLUS4
scope 1, 2
60% in 2024 2021 83,0% 2050 Nee
PLUS4
scope 3
2021 2050 Nee
Poeisz
scope 1, 2
Poeisz
scope 3
SPAR
scope 1, 2
SPAR
scope 3
Vomar
scope 1, 2
Vomar
scope 3

Bron: Data supermarkten 2025
Lege cellen betekenen dat supermarkten hebben aangegeven dat deze data niet beschikbaar is

1 Voortgang geldt voor FLAG (Forest, Land and Agriculture) gerelateerde emissies
2 Door de snelle groei van de omzet is het voor Picnic niet mogelijk om haar doelstellingen door SBTi te laten valideren
3 Picnic heeft geen netto nuldoelstellingen gesteld. De supermarktorganisatie streeft naar reductie van absolute broeikasgasemissies
4 Tussentijdse doelstelling voor scope 1 en 2 voor 2024 was 60%. Reductie van 83% is behaald in 2024. Er is nog geen nieuwe tussentijdse doelstelling. Nieuwe doelstellingen voor reductie van scope 1, 2 en 3 emissies worden in 2025 bepaald

Wat zijn de Europese Klimaatwet, de CSRD, het GHG protocol en het SBT-initiatief?

In de Europese Klimaatwet (Verordening 2021/1119) zijn bindende reductiedoelstellingen voor broeikasgasemissies vastgesteld. In 2030 moet de Europese Unie minimaal 55% minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990. In 2050 streeft de EU ernaar klimaatneutraal (‘net-zero’) te zijn.


De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)(externe link) vereist binnen de European Sustainability Reporting Standards voor Klimaatverandering (ESRS E1) dat alle grote bedrijven die actief zijn binnen de Europese Unie hun broeikasgasemissies rapporteren. De CSRD-rapportageplicht voor grote ondernemingen zoals supermarkten is met twee jaar uitgesteld naar boekjaar 2027.


Het Greenhouse Gas (GHG) Protocol(externe link) is een wereldwijd erkende berekeningsmethode en levert bedrijven een erkend raamwerk voor de berekening van alle scope 1, 2 en 3 emissies. Deze gestandaardiseerde methode van het GHG-protocol kan helpen bij het voldoen aan de verplichtingen van de CSRD. FLAG (Forest Land and Agriculture) is een specifieke aanvulling op het GHG-protocol (dat van toepassing is op alle sectoren) voor de sectoren bosbouw, landgebruik en landbouw.


Het Science Based Targets initiative (SBTi)(externe link) is een organisatie die bedrijven de mogelijkheid geeft om te laten controleren of hun doelstellingen voldoende ambitieus zijn om de afspraken uit het Klimaatakkoord van Parijs te halen.


De harmonisatie voor het berekenen van scope 1, 2 en 3 emissies is nog in ontwikkeling en supermarkten gebruiken verschillende allocatie- en schattingsmethoden. De komende jaren zal verder gewerkt worden aan harmonisatie. Alle supermarktorganisaties die data hebben aangeleverd, hebben de scope 2 emissies berekend op basis van de market-based method met uitzondering van PLUS die de location-based method heeft toegepast (toelichting op de berekeningsmethodieken volgt verderop op deze pagina). Albert Heijn en PLUS hebben de scope 3 emissies berekend op basis van de average-data method. Jumbo en Lidl hebben de scope 3 emissies berekend op basis van de hybrid method. ALDI en Picnic hebben de spend-based data method toegepast. Door deze verschillen zijn de cijfers in dit dashboard nog niet goed vergelijkbaar tussen supermarkten.


De gegevens geven wel inzicht in hoeverre supermarkten al bezig zijn met het berekenen en monitoren van hun emissies. Hierbij gaat het om de gegevens inclusief non-food. De grotere supermarkten zoals Albert Heijn, ALDI, Lidl en Jumbo, kunnen al wel berekeningen opleveren voor scope 1, 2 en 3 emissies. Picnic heeft ook data aangeleverd. Van de Superunieleden heeft alleen PLUS data kunnen aanleveren voor de uitstoot van broeikasgasemissies in 2024. SPAR heeft de data alleen inzichtelijk voor 2022. De andere en voornamelijk kleinere supermarkten zoals de Superunieleden, Ekoplaza en Odin werken aan de ontwikkeling van emissieberekeningen. Een aantal van hen heeft aangegeven de data in 2026 over het jaar 2025 te kunnen aanleveren. Met uitzondering van de doelstelling netto nul emissies in 2050 zoals afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs, zijn de doelstellingen voor de reductie van broeikasgasemissies verschillend per supermarktorganisatie en daardoor nog lastig te vergelijken. Albert Heijn, ALDI en Lidl hebben hun doelstellingen laten valideren door SBTi. Jumbo is dit proces gestart, maar heeft het nog niet afgerond door lange doorlooptijden bij SBTi. Superunie is in 2024 de procedure gestart om deel te nemen aan het SBT-initiatief en haar doelstellingen hierbij aan te melden. Deze aanmelding staat nu gepland voor het vierde kwartaal 2025. De tussentijdse doelstelling voor scope 1 en 2 is 42% reductie in 2030 ten opzichte van 2022 en 30% reductie in 2030 ten opzichte van 2022 voor scope 3 emissies. Daarnaast heeft Superunie een netto nulstelling voor scope 1, 2 en 3 voor 2050. Voor Picnic is het niet mogelijk om haar doelstellingen door SBTi te laten valideren in verband met de snelgroeiende aard van de supermarktorganisatie.

Toelichting bij de indicator en berekeningsmethodieken

De gegevens voor CO2-equivalentemissies in kton en in kton/mln euro netto-omzet omvatten de totale scope 1-, scope 2- en scope 3- emissies van de supermarktorganisaties. Scope 1 emissies omvatten directe emissies van bronnen die het bedrijf in eigendom of onder beheer heeft zoals on-site energie en voertuigen in het wagenpark. Scope 2 emissies zijn indirecte emissies van aangekochte energie zoals elektriciteit, warmte of koeling gegenereerd buiten het bedrijf en verbruikt door het bedrijf. Scope 3 emissies omvatten alle indirecte emissies die plaatsvinden in de waardeketen van een rapporterende onderneming. Voor de berekening zijn de materiële scope 3 emissies voor de supermarkten gedefinieerd als: #1: Ingekochte goederen en diensten, #4: Stroomopwaarts transport en distributie (van leverancier naar supermarkt), #9: Stroomafwaarts transport en distributie (van supermarkt naar consument), #11: Het gebruik van verkochte goederen door de consument, en #12: De behandeling van producten als zij niet langer te consumeren zijn (gebaseerd op CDP Technical Note of Scope 3 Categories by sector(externe link)). Met de supermarkten is afgesproken om in ieder geval deze posten mee te nemen, omdat dit naar verwachting de posten zijn met de grootste emissies. Hierdoor zijn de resultaten waarschijnlijk ook beter vergelijkbaar.


Scope 2 emissies kunnen berekend worden volgens de location-based method (o.b.v. de gemiddelde elektriciteitsmix van bijv. Nederland) en de market-based method (o.b.v. de specifieke contracten met leveranciers van elektriciteit). Scope 3 emissies kunnen worden berekend volgens de supplier-specific method (o.b.v. specifieke data afkomstig van leveranciers), hybrid method (o.b.v. een combinatie van specifieke data afkomstig van leveranciers aangevuld met data uit andere bronnen), average-data method (o.b.v. ingekocht volume of eenheden producten vermenigvuldigt met de relevante emissieschattingen uit andere bronnen) en spend-based data (o.b.v. de economische waarde van ingekochte producten vermenigvuldigd met de relevante emissieschattingen uit andere bronnen).